De 58 kerndoelen met daarin de referentieniveaus voor rekenen en taal zijn de kaders voor het basisonderwijs. De kerndoelen geven aan wat leerlingen moeten kennen en kunnen bij het verlaten van de basisschool. Het ministerie van onderwijs schreef hierover:
De kerndoelen zijn streefdoelen die aangeven waarop basisscholen zich moeten richten bij de ontwikkeling van hun leerlingen. Scholen mogen zelf bepalen hoe de kerndoelen binnen bereik komen.
In het Gouden Curriculum zijn de kerndoelen vertaald naar concrete leerdoelen voor jouw school. Door de kerndoelen te gebruiken als kader waarborg je de kwaliteit van je curriculum. Daarnaast wordt deze kleiner, doelgerichter, overzichtelijker en makkelijker te organiseren.
Vanuit Het Gouden Curriculum gebruik je de methode of adaptieve software als oefenmiddel en/of toetsing bij het lesgeven. Je zet het doelgericht in en niet langer als verplichte oefenstof.
Het Gouden Curriculum geeft inzicht tot op het leerdoel. Het geeft de leerkracht de regie (terug). Die bepaalt wat er nodig is voor een groep, het niveau of de individuele leerling. Door vanuit het leerdoel te werken kan de onderwijstijd per leerling maximaal benut worden.