Cyclussen binnen Leerdoelgericht Onderwijs
Binnen Leerdoelgericht Onderwijs zijn er twee cyclussen te onderscheiden. De eerste is per leerdoel en de tweede is per periode. Beide cyclussen zijn een hulpmiddel voor de leerkracht. Ten eerste om het aanbod in de zone van naaste ontwikkeling te houden, ten tweede om het haalbaar te houden qua organisatie voor de leerkracht en tot slot om de leerdoelen binnen de periode zo veel als mogelijk aan te bieden zodat men hoge verwachtingen blijft stellen.
Iedere cyclus bestaat uit:
-
Waarnemen, wat ziet de leerkracht in de klas en in de data (statussen).
-
Begrijpen, wat zegt de data de leerkracht
-
Plannen, welke actie(s) moeten er uitgevoerd worden en in welk tijdsbestek.
-
Analyseren, is het haalbaar en voldoet het aan de verwachtingen.
Per leerdoel
De cyclus begint bij het waarnemen door de leerkracht. Dit vindt plaats in de (les)voorbereiding en tijdens het werken in de klas. De handeling die hierbij hoort in de schoolomgeving voor de leerkracht is het bijhouden van de statussen.
De volgende stap is het begrijpen van de data. Dit kan in de schoolomgeving met het Leerdoelenoverzicht of de PLP Overzichten binnen een groep. De leerkracht stelt zich daarbij de vraag wat er nodig is om het leerdoel te laten behalen door de leerling. Deze informatie kan ook gedeeld en besproken worden binnen het schoolteam, met het kind en ouder(s). Het kan er toe leiden dat er besloten wordt om het streefniveau en daarmee dus het aanbod voor de leerling aan te passen.
Vervolgens gaat de leerkracht plannen. Dit is veelal per week. Daarin neemt het de benodigde (onverwachte) extra tijd mee die nodig is om leerlingen het leerdoel te laten behalen. Want bij leerlingen waarbij dit niet lukt gaan (op de lange termijn) vastlopen in de leerlijn.
De laatste stap is het analyseren. Dit vindt plaats in de klas tijdens de les, tijdens het bijhouden van de statussen en naast het lesgeven. De verkregen data en informatie neemt de leerkracht mee naar de eerste stap; waarnemen.
Per periode
De cyclus begint bij het waarnemen door de leerkracht en eventueel de intern begeleider / kwaliteitsmedewerker. De Leerdoelenoverzichten binnen de groep en het curriculum worden gebruikt als bron. Binnen de groep toont het voornamelijk de leerdoelen die in de klas georganiseerd moeten worden en binnen het curriculum zijn dit de leerdoelen die passen bij het niveau van het hoofd- of deelgebied.
De volgende stap is het begrijpen van de data uit de Leerdoeloverzichten. Welke leerdoelen vallen op (positief en negatief) en wat betekent dit voor de organisatie. Belangrijk is om daarbij de cyclus per leerdoel en de ingezette acties, mee te nemen.
Daarna gaat de leerkracht plannen en rekening te houden met de gevolgen van keuzes. Om het onderwijs te kunnen organiseren is haalbaarheid een belangrijke factor. Daarbij helpt het clusteren van leerlingen, via de Leerdoeloverzichten, of het inzetten van (externe) hulp.
De laatste stap is analyseren. Lukt het om het aanbod passend te houden voor de groep of zijn er (toch) voorlopers of achterblijvers? Zijn de plannen uit te voeren, is het haalbaar? Wordt aan de verwachting voldaan? De data en kennis neemt de leerkracht mee naar de eerste stap; waarnemen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!